Meldplicht seksuele intimidatie

Per 1 april 2019 is de meldplicht seksuele intimidatie opgenomen in het tuchtreglement seksuele intimidatie (artikel 3) bij het Instituut Sportrechtspraak (ISR). De sportbonden hebben besloten om de meldplicht in te voeren waardoor bestuurders en begeleiders verplicht worden vermoedens van seksuele intimidatie en misbruik te melden. Overige leden hebben een meldverantwoordelijkheid (bij vermoeden seksuele intimidatie of seksueel misbruik moet melding gedaan worden aan het bestuur). Meldingen bij de aanklager van ISR verlopen via de Vertrouwenscontactpersoon (VCP) van de bond. Bij Nevobo is dat Janine Pleizier, bereikbaar via janine.pleizier@nevobo.nl of 06-46317335.

 

Wat is seksuele intimidatie?

Sporten is heerlijk! Je kunt er al je energie in kwijt. Het is vaak spannend en gezellig en je voelt je er goed door. Maar soms gebeurt er iets waardoor de lol eraf gaat. Als je wordt lastiggevallen bijvoorbeeld. Als iemand steeds opmerkingen maakt waarvan je baalt. Grappen over je lijf. Of als iemand aan je zit, terwijl je dat niet wilt. Dat soort aandacht noemen we seksuele intimidatie. Het mag niet. Waarom niet? Omdat jij het niet wilt! Het moet wél leuk blijven!

Stomme opmerkingen die misschien je ene oor in-, en je andere oor uitgaan. Maar ze kunnen ook in je hoofd blijven zitten. Je gaat je er dan rot door voelen. Soms gaat het verder dan alleen opmerkingen. Als je trainer of begeleider je bijvoorbeeld aanraakt op plaatsen waar dat echt niet nodig is. Of steeds toevallig binnenloopt als jij onder de douche staat of je omkleedt. Of je uitgebreid knuffelt en zoent als je een wedstrijd wint. Dan heb je geen lol meer in sporten en kom je misschien liever niet meer. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. De bedoeling is dat die ander ophoudt jou lastig te vallen!

Excuses. Er zijn wel honderd excuses te bedenken, dat jij zelf aanleiding zou hebben gegeven. Maar voor seksuele intimidatie bestáát geen excuus! Het is nooit jouw schuld. Als jij het niet wilt, is de ander altijd fout. Het gaat om jouw lijf, dus jíj bepaalt wat je oké vindt. Dat is niet voor iedereen hetzelfde. Jij bent de enige die weet wat je wel en niet goed vindt. En daar moet iedereen naar luisteren. Je teamgenoten, je coach, je trainer, iedereen. Als je wordt lastiggevallen, moet je sportvereniging daar iets aan doen. Daarom zijn er regels afgesproken met de trainers en begeleiders.

Gedragsregels. Zij moeten zich daaraan houden. Die afspraken zijn er voor jouw veiligheid. Jij moet je veilig kunnen voelen en niet worden lastiggevallen op de club of tijdens een trainingskamp. Het belangrijkste is dat er niets gebeurt dat jíj niet wilt. Als je wordt lastiggevallen op de sportclub vind je het misschien heel moeilijk om er iets van te zeggen. Toch is het belangrijk om dat wél te doen. Misschien heeft degene die jou lastigvalt niet eens door hoe vervelend het voor jou is. Als je dat zegt, dan zal hij waarschijnlijk ‘sorry’ zeggen, en het niet meer doen. Maar soms helpt praten niet, of ben je bang om voor jezelf op te komen

Blijf er niet mee zitten! Zoek zo snel mogelijk iemand aan wie je het wél kan vertellen! Vertel het aan iemand die je vertrouwt. Je vader of je moeder bijvoorbeeld. Of een vriend of een vriendin. Of iemand op de club. Als iemand anders ook weet wat er gebeurt, kun je er samen iets aan doen.

Weet je niemand aan wie je het kunt vertellen of praat je er liever niet met een bekende over? Bel dan De NOC*NSF hulplijn voor seksuele intimidatie in de sport: nummer 0900-2025590. Je kunt dan anoniem en in vertrouwen met iemand praten en advies krijgen over wat je kunt doen. Daarbij kun je hulp krijgen van een speciale vertrouwenspersoon vanuit NOC*NSF. Dat is iemand die jou helpt om

ervoor te zorgen dat je niet meer wordt lastiggevallen. Daaraan werk je dan samen. Deze vertrouwenspersoon doet alles in overleg met jou en doet niets wat jij zelf niet wilt. Deze hulp is gratis.

Gedragsregels begeleiders in de sport

1. Veilige omgeving: De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen.

2. Waardigheid: De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening.

3. Seksuele intimidatie: De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.

4. Seksueel misbruik: Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.

5. Aanraking: De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.

6. Intimiteiten: De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook.

7. Privéruimte: De begeleider zal tijdens training(stages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleed- of hotelkamer.

8. Bescherming: De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.

9. Tegenprestaties: De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.

10. Naleving: De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen.

11. Verantwoordelijkheid: In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.

Bron: https://centrumveiligesport.nl/media/1058/nocnsf-folder-seksuele-intimidatie-voor-ouders-716-1904.pdf en https://centrumveiligesport.nl/media/1057/nocnsf-folder-seksuele-intimidatie-jeugd.pdf